Rechter: gemeenten elk hun eigen Wmo-normen

Op de dag van de mensenrechten was haar strijd ten einde. Truus Jonker (69) krijgt zeer waarschijnlijk door de gemeente Nijkerk meer uren toegekend voor huishoudelijke hulp, betaald vanuit de Wmo. Het vloeit voort uit een oordeel van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), in de rechtszaken die de blinde Jonker en twee andere Nijkerkse zorgvragers tegen de Wmo hadden aangespannen. “We hebben zorg op maat gescoord”.

Aanleiding voor Jonker om naar de rechter te stappen was een herindicatie in 2015 door de gemeente Nijkerk van het aantal uren huishoudelijke hulp dat door de Wmo bekostigd werd. De gemeente Nijkerk baseerde de herindicatie op een Utrechts rekenmodel. Jonker en haar man gingen terug van 7 naar 4,5 uur huishoudelijke hulp, maar konden niets met het standaardhulppakket van de gemeente. 

“De gemeente vertelde mij dat een blindengeleidehond als ‘plezier’ werd gezien. Terwijl het voor mij en mijn echtgenoot een hulpmiddel is. Voor ons is de hond noodzakelijk om mobiel te kunnen zijn”, vertelt Jonker in het AD. De rommel die de hond in huis veroorzaakt ziet het visueel beperkte paar natuurlijk niet. Voor het opruimen daarvan hebben ze toch echt extra uren hulp nodig, legt Jonker uit. Of voor de wespenplaag die ze hadden.

Naar de rechter

Jonker liet zich niet kisten en ging via een gang naar de gemeentelijke commissie bezwaarschriften dit jaar naar de rechtbank. Evenals twee andere zorgvragers streed zij voor meer uren hulp vanuit de Wmo, vanwege hun bijzondere situatie.

De CRvB is de hoogste instantie die oordeelt over geschillen op het gebied van sociale verzekeringen, sociale voorzieningen en ambtenarenzaken. De instantie oordeelde dat het gebruikte Utrechtse rekenmodel weliswaar deugdelijk was, maar ook dat elke gemeente andere afwegingen maakt en dat de gemeente Nijkerk dus niet van een Utrechtse norm uit mocht uitgaan. ‘Zorg op maat’ is dan ook de stelregel, vindt de CRvB.

De gemeente Nijkerk grijpt de uitspraak aan om haar indicatieprotocol te actualiseren en hoopt zorgcliënten over een paar maanden verder te kunnen informeren. “Ons uitgangspunt blijft dat inwoners de huishoudelijk hulp krijgen die ze nodig hebben, uitgaande van de persoonlijke situatie en wat men zelf, met hulp van de omgeving, nog kan".

Jurisprudentie

Truus Jonker is tevreden. Ze maakt uit de uitspraak van de Centrale Raad op dat mensen met een beperking nu ook een dier in huis kunnen houden en dat het huishoudelijk werk dat voortkomt uit het hebben van een geleidehond betaald kan worden uit de Wmo. “Op 10 december, de dag van de Rechten van de Mens, heeft de Centrale Raad ons in het gelijk gesteld: geen eenheidsworst, maar zorg op maat. Vanaf die datum kunnen zorgvragers in bijzondere omstandigheden verwijzen naar deze jurisprudentie”.

Jonker ziet haar eigen strijd weliswaar beëindigd, maar wil haar missie niet helemaal staken. “Ook voor mensen die nog hulp moeten aanvragen bij de gemeente wil ik een vraagbaak zijn”.