Prachtig nieuw onderzoek toont ook complexiteit blindheid opnieuw aan

Het is natuurlijk een prachtig onderzoek dat wetenschappers van het Herseninstituut gepubliceerd hebben in het vakblad Science, waarin bewezen wordt dat blinde mensen in de toekomst een deel van hun zicht terug kunnen krijgen. Uit dezelfde studie blijkt echter ook dat het nog jaren kan duren eer het zover is.

De landelijke media pakten de afgelopen week groots uit met het onderzoek onder leiding van Pieter Roelfsema, directeur van het Nederlands Herseninstituut. En grotendeels is dat terecht, zo vertelt Roelfsema tegenover de camera’s van de NOS: “We waren door het dolle heen.”

De onderzoekers kunnen aantonen dat het mogelijk is om simpele contouren, beelden en bewegingen waar te nemen met behulp van een hersenimplantaat. Niet werkende ogen worden omzeild, en beelden worden rechtstreeks naar de hersenen gestuurd, waar een blind persoon dan bijvoorbeeld de contouren van een persoon of een voorwerp kan waarnemen.

Alleen bij apen

De tests vonden plaats bij twee niet-blinde apen. De techniek moet eerst verder verfijnd worden, voordat dit type implantaat ook geschikt is voor mensen. Roelfsema hoopt dat over drie jaar voor het eerst te kunnen testen. 

Het onderzoek toont aan dat je door meerdere elektroden tegelijk te stimuleren, een beeld kunt creëren van maximaal 1.024 pixels in de hersenen. Ter vergelijking: Ziende mensen hebben een miljoen pixels tot hun beschikking. “Dus 1.024 is slechts een promille van het zicht van een gezond paar ogen”, aldus Roelfsema.

Nog een lange weg te gaan

Behalve dat het nog wel flink wat jaren kan duren voordat het implantaat ook bij mensen kan worden getest, en dat de kwaliteit van de eerste beelden nog enigszins te wensen overlaat, is ook het feit dat de implantaten slechts twee jaar meegaan een flinke domper op de feestvreugde.

Als dat soort problemen echter worden opgelost, zouden blinde mensen in de toekomst wel in staat zijn om in een onbekende ruimte te navigeren,. Dat vergroot natuurlijk enorm de onafhankelijkheid. Roelfsema: 'Dit onderzoek is een proof of principle: het toont aan dat iets in theorie mogelijk is. Maar het is nog te vroeg om het ook daadwerkelijk toe te passen op mensen.'

Ook Wim Vanduffel, neurofysioloog aan de KU Leuven, is enthousiast over de bevindingen uit het onderzoek, zo stelt hij in de Volkskrant: “De volgende opgave is om deze technologie ook in de praktijk handen en voeten te geven. Hoe snel deze techniek zich ontwikkelt, is volledig afhankelijk van middelen die ervoor vrijgemaakt worden.”