Kosten dyslexiezorg Betuwe binnen norm

Waar sommige gemeenten nog steeds moeite hebben de kosten voor dyslexiezorg in de hand te houden, kan in de Betuwe gesproken worden van een succesvolle pilot. Hiermee zijn de kosten het afgelopen jaar zelfs onder de landelijke norm gebleven.

Het geheim van de pilot is volgens Jos Theeven, directeur van samenwerkingsverband BePo (Primair Onderwijs Betuwe) samenwerking. Op het moment dat de transitie zorg in 2015 in werking trad, besloot zijn organisatie de krachten te bundelen met Berséba (samenwerkingsverband Reformatorisch Passend Onderwijs) en de gemeenten Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neder-Betuwe, Neerijnen en Tiel.

“We hadden al vrij snel door dat ‘iedere gemeente voor zich’ geen optimaal resultaat zou opleveren. Daarom zijn we eigenlijk direct na de start van de transitie zorg begonnen met een knelpuntenanalyse. Daaruit voortvloeiend hebben we een digitale ‘routekaart’ ontwikkeld die het proces van diagnostiek, aanvraag en behandeling wist te stroomlijnen.”

Nieuw proces

“Eigenlijk hebben we al het oude overboord gegooid en hebben we het hele aanvraagproces opnieuw ingericht. Daarbij gebruik makend van nieuwe instrumenten. Zo is er binnen de pilot bijvoorbeeld één loket dyslexiezorg dat werkt voor alle deelnemende gemeenten en scholen. Bovendien hebben we een onafhankelijke deskundige aangesteld die alle aanvragen beoordeelt. Daarmee hebben we het stukje ‘slager die zijn eigen vlees keurt’ uit het proces gehaald. 

Het geld voor de pilot werd door de deelnemers van de pilot bij elkaar gebracht. Niet voor niets, want dankzij de goede resultaten krijgt de pilot in 2017 een vervolg. In het najaar wordt bekeken of de pilot een structureel karakter gaat krijgen. 

Theeven is er niet bang voor: “Wat we hier nu doen, is uniek in Nederland. De formule heeft bij ons bewezen te werken. En wie weet, onze werkwijze zou ook zomaar op andere plekken in het land succesvol kunnen zijn.”